Mitchell: Tovenaarskunde

22 april 2019 - Sengerema, Tanzania

Met luide klappen stuiteren we over de zandweg richting Sengerema. De fourwheeldrive brengt ons zo snel als de gaten in de weg het toestaan terug naar het ziekenhuis. Langs ons schieten uitgestrekte groene velden, enkele bakstenen huizen en grote groepen mensen. Fietsers, geitenhoeders, bankhangers, waterdragers, we zien ze allemaal. De mensen leven hier buiten. Een grote bus scheert langs ons en hult onze auto in een brede stofwolk.

Uiteraard staat er ook weer een kudde koeien midden op de weg. Totaal niet onder de indruk van onze aanwezigheid. Ons getoeter wordt begroet met traag kauwen. Gelukkig brengt een klein kind met een grote tak de redding. De koeien worden weer rustig in de juiste richting gedirigeerd en wij kunnen onze weg vervolgen.

Kinderen zijn er hier genoeg. Het maakt niet uit waar we zijn of ze komen uit alle richtingen aangerend. ‘Mzungu! Mzungu!’ Als blanke word je continue op deze bejegening getrakteerd. Ik dacht altijd dat het ‘wit mens’ betekende. Met mij veel andere mensen. We hadden het nogal mis.

“Stelletje racisten die kinderen!”, grapt iemand in de auto.

“Dat klopt niet helemaal”, brengt iemand anders hier tegenin. “Het Swahili woord mzungu betekent letterlijk: ‘iemand die zonder reden ronddwaalt, constant in beweging is’. Het woord heeft geen betrekking op jouw huidskleur.”

Zo, daar slaan de Afrikaanse kinderen vol de spijker op zijn kop.

Wij zijn altijd in beweging. Stilzitten is verloren tijd. Tijd waarin je een extra rondje voor Strava kan fietsen, die serie/boek/film/game die je écht niet gemist mag hebben kan inhalen of je social media kan bijbenen. Als doelloze Duracell konijnen stuiteren we door het leven. In een maatschappij waar individualisme het hoogste goed is, is iedereen in potentie de competitie, een bedreiging, een rivaal. Laten we er dan in ieder geval voor zorgen dat de persoonlijke b.v. IK overal met kop en schouders bovenuit steekt. Zelf doe ik er al jaren vrolijk aan mee. Voorop in de rattenrace.

In een land hier niet zo ver vandaan vertelde een wijze man mij ooit:
“You white people have watches. We have time.”

Pole pole. Er is hier veel wijsheid te vinden.

De eerste blanken in Afrika waren fysiek continue onderweg. Missionarissen, kolonisten, handelaren. Ook nu zijn wij veel onderweg. Eerlijk is eerlijk, weinig gevoelens bekoren mij meer dan het onderweg zijn. Het landschap wat onder de wielen van de wagen voorbij vliegt, de warme wind in mijn gezicht, Nick Mulvey in mijn rechteroor. Het gevoel vrij te zijn. Dat alleen het nu belangrijk is. Morgen bestaat even niet.

Excuus, ik zweef er langzaam vandoor. Ook dit doet het verblijf hier met mij. De dagen zijn regelmatig en brengen rust mee. Wat niet wil zeggen dat het werk in het ziekenhuis rustig is, integendeel. De dagindeling is dat echter wel. Elke dag weer op dezelfde tijd op pad, werken volgens een redelijk vast schema, ’s avonds met zijn allen aan het diner, lezen, slapen. Het is hard werken, maar er is ook veel tijd en ruimte voor ontspanning. Hard werken betekent hier patiënten zien. Hard werken in Nederland betekent, ook als dokter, veel voor de computer zitten. Rust zit tussen de oren. In die rust ontstaat ruimte om te denken. Daar houd ik van. Ik ben een amateur filosoof. En niet eens een hele goede.

Ik dwaal nu echt af. Terug naar de wagen. In de verte zien we een verzameling traditionele huizen verschijnen. Ronde hutten met een rieten puntdak. Één hut is groter dan de omringende hutten. Ons wordt verteld dat daar de traditionale genezer huist. De kleine hutten worden bewoond door patiënten. Sommige patiënten liggen meer dan een jaar ‘opgenomen’.

Eenieder die ooit in de gezondheidszorg in een Afrikaans land heeft gewerkt is hiermee in aanraking gekomen. Tovenarij. ‘Traditional healers’ noemen wij ze in onze vakliteratuur. Witch doctors, voodoo, toverdokters, shamanen. Allemaal benamingen voor hetzelfde principe: de traditionele geneesheren en -dames van Zuidelijk Afrika. Al is voodoo technisch gezien iets uit West Afrika.

Traditional healers zijn onder ons Westerse dokters, met ons heilige geloof in het biomedisch-wetenschappelijke model, weinig geliefd. Daar is genoeg reden voor. Net als dat de longarts alleen de rokers ziet die hun longen kapot gerookt hebben en de traumachirurg alleen de motorrijders die op de snelweg gelanceerd zijn, zien wij tropenartsen alleen de ellende van de traditional healers.

Om alvast een kleine greep te noemen.

-          Op de intensive care ligt een jonge vrouw opgenomen. Zij was zwanger, maar het kind stierf in haar baarmoeder voordat het was geboren. Om de bevalling op te wekken ging zij naar de traditional healer. Deze bracht een aantal kruiden en andere mengsels naar binnen. Dit vormde een voedingsbodem voor allerlei bacteriën en er ontstond een nare infectie. Een nare infectie werd een bloedvergiftiging (sepsis) en de vrouw werd doodziek op de intensive care opgenomen. Om dit direct in perspectief te plaatsen; verwacht geen high-tech afdeling als in Nederland. Hier betekent intensive care dat er een meer oplettende verpleegkundige de zorg over minder patiënten heeft, dat er een bloeddrukmeter voorhanden is en zuurstof met een neusbrilletje gegeven kan worden. Wat wij als een normale verpleegafdeling beschouwen in Nederland heet hier dus intensive care.

-          De vrouw met brandwonden waar ik eerder over schreef, waarbij helaas beide handen geamputeerd moesten worden, was eerst behandeld door de traditional healer. Pas na twee weken kwam zij met haar ernstige letsel naar het ziekenhuis. Juist de eerste twee weken zijn essentieel voor de goede genezing van brandwonden. Tegen de tijd dat zij bij ons was waren de handen geïnfecteerd en hopeloos verloren.

-          Op onze operatietafel ligt geregeld een patiënt met een gezwel, van bijvoorbeeld een darm of schildklier. Nagenoeg altijd is de zwelling al gemarkeerd door kleine littekens. De traditional healer zet krasjes op de huid, legt er kruiden in en wacht op genezing. Als dit uitblijft komt de patiënt alsnog naar het ziekenhuis.

-          Soms leveren deze praktijken ook hilarische situaties op. Mijn collega Iris schreef over een vrouw die op het nippertje was gered van een verbloedingsdood na een sterilisatie ingreep. Het hoofd van het ziekenhuis, Zuster Marie José, was op de intensive care aan het werk. Het viel haar op dat onder het bed van de patiënt een teil op zijn kop stond. Ze tilde de teil op en schrok van een schaduw die voorbij flitste. Een grote duif vloog een aantal rondjes over de intensive care en schoot toen naar buiten. De duif was daar voor goed geluk, op aanraden van de traditional healer.

Menigeen zal denken: “Ach, die gekke Tanzanianen met hun rare geloof.” Ook het ziekenhuispersoneel bezoekt echter de traditional healer. Stiekem, dat wel. Op het eerste ogenblik lijkt het toch wat tegenstrijdig. Want juist het ziekenhuispersoneel zou toch moeten weten dat de Westerse geneeskunde verlichting biedt, ze zien het dagelijks! En zij zien toch dezelfde ellende als wij?

Veel Westerse mensen maken hier de denkfout dat onze manier, de beste manier is. Dat we een uitstekend model hebben bedacht die als mal overal op de wereld is te drukken.

De traditional healers hebben een geschiedenis van duizenden jaren hier. Ze voorzien met name in een spirituele behoefte, maar hebben daarnaast ook medische taken. Al is voor de mensen hier dat onderscheid niet zo duidelijk. Er is hier een wijdverspreid geloof dat gezondheid en ziekte niet worden veroorzaakt door (alleen) tastbare zaken als virussen, bacteriën en een overdaad aan suiker, maar ook door een spirituele disbalans. Een centrale rol hierin spelen de voorouders. Word je hier ziek, dan is er vanzelfsprekend iets mis in de communicatie naar de voorouders. Daar kan de traditional healer mee helpen.

Waarin dit verschil van ons perspectief tegenover het Afrikaanse perspectief pijnlijk duidelijk wordt, is een uitspraak uit een documentaire over kindersterfte in Afrika: “Ieder kind verdient een naam.” Op het eerste gezicht een mooie uitspraak. Maar wat als ik vertel dat een kind hier wordt vernoemd naar de voorouders en dat dit een belangrijk ritueel is, waarbij de voorouders worden geëerd? Als een jong kind kansloos geboren wordt en bijna zeker zal overlijden, is het de grootst mogelijke belediging naar de voorouders om het kind een naam te geven.

Waarschijnlijk schrijf ik een en ander nu veel te simpel op. Zelf weet ik er het fijne ook niet van. Ik zie alleen de ellende in het ziekenhuis. Ongetwijfeld zal het vaak goed gaan. De natuur is gelukkig mild.

Zoals altijd houdt Afrika ook hier weer een spiegel voor. We kunnen bovenstaande afdoen als bijgeloof en tovenarij. Wij Westerse dokters geloven in harde cijfers, wetenschap, empirisch bewijs. Maar waarom wordt de één ziek en krijgt een longontsteking, en de ander niet? We dragen allemaal dezelfde bacteriën in onze longen. En waarom kan iemand rokend 100 jaar oud worden, maar valt een ander op zijn vijftigste om vanwege een hartaanval?

Uiteraard zal ook hiervoor een medisch-wetenschappelijke verklaring zijn. De wereld onttoverd in hoog tempo. Ik geloof nu niet direct in geesten en voorouders. Het lijkt alleen alsof hier het besef heerst dat er meer in deze wereld is dan wij kunnen aanraken, waar wij geen invloed op hebben, wat onbegrijpelijk is. De waarde van familie, gemeenschap, de groep. Iets waar wij compleet aan voorbijgaan in ons individualistische maakbaarheidsdenken. Mensen mogen hier financieel arm zijn in vergelijking met ons, maar als we de vergelijking omdraaien, zijn wij een spiritueel en emotioneel arm volk. Ik ben nog geen Tanzaniaan met een burn-out tegengekomen.

En tegelijkertijd, geloven wij ook niet in sprookjes en fabels? De vaccinatiegraad daalt al jaren. Bedrijven verdienen miljarden aan homeopatische ‘geneesmiddelen’. Mensen duiken van dieet naar dieet, sporthype naar sporthype, met als belofte het eeuwige gezonde leven. Ondanks keiharde cijfers wordt de klimaatverandering ontkend en afgedaan als een links complot.

Helaas, ik dwaal weer af. En wat weet ik nou? Ik begrijp er ook geen snars van.

Het leven is hier goed. Laten we het daar maar op houden.

2 Reacties

  1. Jiska:
    23 april 2019
    Mooi om te lezen hoe jouw gedachten dwalen, zoeken, tasten en zweven tussen Tanzania en Europa.
  2. Mariella Windsma:
    24 april 2019
    Zo herkenbaar weer geschreven. De realiteit zo goed verwoord. Twee zo verschillende werelden maar waar we beiden veel van kunnen leren. En schat dwaal soms maar heerlijk af, dat maakt jou juist een mooi en goed mens.